T.I.N.A.

Een tijdje geleden bevond ik mij na een zware dagtaak op de trein huiswaarts in het gezelschap van iemand die ik al een hele tijd niet meer gezien had. Bovendien betrof het hier een exemplaar van een uitstervende mensensoort: een socialist. Zo eentje die de socialistische partij nog steeds trouw gebleven is en niet, samen met een stevig deel van de achterban, overgelopen is naar het Vlaams Blok of de communisten. Een trouwe partijsoldaat die mij dan ook meteen aansprak met de vraag of ik bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar toch zeker wel voor de juiste partij zou stemmen. Ik bekende hem meteen dat ik dat nog lang niet zeker wist en voegde er aan toe dat hij altijd mocht proberen me te overtuigen.

Wat volgde was een gloedvol betoog dat echter hoofdzakelijk bestond uit het opsommen van wat andere partijen allemaal doen en waar hij (het was me niet altijd even duidelijk of het hier een persoonlijke mening dan wel een officieel partijstandpunt betrof) heel erg tegen was. De besparingen in de sociale zekerheid, de prestigeprojecten van het Aalsterse stadsbestuur, de Turteltaks, het migratie- en integratiebeleid, ze passeerden allemaal de revue. Maar wat ontbrak waren eigen ideeën. Dit allemaal niet, maar wat dan wel? Ik liet hem rustig verder razen, ook al waren dit dingen die ik al meermaals gehoord had en zelfs daarvoor ook zelf had kunnen bedenken. Het waren echter zijn laatste woorden, bij het afstappen in Aalst, die me alsnog aan het denken zetten. ‘Trouwens, voor wie zoudt ge anders stemmen?’

Daar heeft hij misschien een punt, dacht ik. Misschien moet ik, in plaats van te twijfelen aan de zinvolheid van nog maar eens een stem voor de socialisten, eens bekijken welke valabele alternatieven er zijn. En dat deed ik dan ook, te beginnen met de huidige meerderheidspartijen in Aalst.

Eerst maar meteen de grootste: de N-VA. Niet echt een optie. Eerst en vooral is er mijn aangeboren aversie voor alles wat naar Vlaams-nationalisme ruikt. Ik voel me Belg. Geen Vlaming. En dan zijn er nog uitermate ranzige figuren als Theo Francken en zijn overtreffende trap Annick De Ridder. Voor zo’n partij kan ik eenvoudigweg niet stemmen. Bovendien zit hun Aalsterse afdeling ook nog eens tjokvol ex-VB’ers. Dat zooitje moet ik helemaal niet, waarmee deze partij ook meteen behandeld is en ik daar verder geen woorden hoef aan vuil te maken.

CD&V dan maar? Het zou kunnen. Ze hebben enkele bekwame mensen rondlopen, zij het dan vooral op nationaal vlak. Hun lokale sterke figuur, Ilse Uyttersprot, heeft al eens zes jaar de burgemeesterssjerp mogen omgorden en toen uitentreuren bewezen dat ze daar niet geschikt voor is. Zes jaar lang rolde het college vechtend over straat. Dat ook lokale politici inzien dat ze eigenlijk ongeschikt is, bewijzen haar nieuwe bevoegdheden. Als je als ex-burgemeester en eerste schepen feestelijkheden en sport krijgt toegewezen, kan je misschien beter naar een andere job uitkijken.

De volgende dan maar, de NSDAP. Nee wacht, SD&P is het. Een scheurfractie van de sp.a die ontstond omdat ze absoluut in het bestuur wilden stappen en de rest van hun partij geen zin had om met de al eerder genoemde ex-VB’ers samen te werken. Opportunisten die bedankt werden met twee schepenambten, waardoor ze zwaar boven hun werkelijke waarde spelen. Waarschijnlijk zijn ze absoluut kansloos bij de verkiezingen en zullen ze ergens op een kartellijst staan. Bij N-VA misschien, al kan het ook eender welke andere partij zijn die hen een verkiesbare plaats en een bijbehorend mandaat belooft. Als die partij alsnog sp.a zou zijn, is dat meteen een goede reden om er zeker niet voor te stemmen.

De lokale meerderheidspartijen vallen dus af. De oppositie dan maar. Te beginnen met onze blauwe vrienden van Open VLD. Daar valt veel over te zeggen sinds ze het liberalisme opgegeven hebben, maar in Aalst heb je maar vier woorden nodig om te weten waarom je er vooral niet voor zou stemmen: De Jacques Gucht Jean. U zet ze zelf wel in de juiste volgorde.

Wie hebben we dan nog? Groen natuurlijk. Ik zou liegen als ik zeg dat ik het nog nooit overwogen heb. Meer zelfs: ik heb er al eens voor gestemd. Voor de provincie weliswaar, dus ik weet niet of dat echt telt. Ze hebben best wel wat bekwaam politiek personeel rondlopen en het gedachtegoed zegt me ook wel wat. Linkser dan sp.a (wat tegenwoordig nu ook weer niet zo heel moeilijk is) zonder in extremen te vervallen. Maar dan duikelen ze weer de pers binnen met een van hun ronduit belachelijke geitenwollensokkenideeën (wettelijke vriendjes worden, iemand?) en kan je enkel maar besluiten: dit is het ook niet.

En dan rest er nog de PVDA. Ondanks het sexy imago dat ze, vooral dankzij hun Waalse voorman overigens, stilaan opbouwen, blijft het een extremistische aangelegenheid. Heiliger dan de paus ook, of zo profileren ze zich toch. En in zo’n mensen heb ik weinig vertrouwen. Zou ik er ooit kunnen voor stemmen? Misschien wel. Maar het zal nog niet voor meteen zijn.

En dan moet je dus concluderen dat het allicht toch weer de sp.a zal worden en dat ze bij N-VA gewoon gelijk hadden: There Is No Alternative.

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

2 Reacties op “T.I.N.A.

  1. Patrick De Smedt

    Met een zeer mooie slotzin Olivier !
    Graag gelezen.
    Groet,
    PDS

Plaats een reactie